Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [26]Hij stond, doch ik kende zijn gedaante niet; een beeltenis was voor mijn ogen; er was stilte, en ik hoorde een stem, [zeggende]: 26. Te weten, de geest. 27. Vergelijk hiermede 1 Kon.19:12,13, en de aantekening daarop.